- De conceptweergave. Ga naar het tabblad Beeld en klik op Concept in de sectie Weergaven
- De opmaakknop weergeven. Ga naar het tabblad Start en klik op de knop Alles weergeven (¶) in de sectie 'Alinea'
- Het opmaakvenster weergeven. Houd de Shift-toets ingedrukt en druk op 'F1'. Klik op content om te zien hoe de tekst is opgemaakt en koppelingen weer te geven naar menu's om wijzigingen aan te brengen. Je kunt ook de optie Vergelijken gebruiken om te zien hoe de opmaak van selecties afwijkt
- Het navigatievenster. Ga naar het tabblad Beeld en klik op Navigatievenster in de sectie 'Weergeven'. Klik op Pagina's wanneer het deelvenster is geopend. Hiermee kun je zien of de paginaformaten verschillen
Paginaformaat
Het paginaformaat moet ook een paginaformaat in de PDF-printer zijn. Volg hiervoor de volgende stappen:
- Ga naar Bestand > Afdrukken
- Selecteer de AdobePDF-printer en klik op Printereigenschappen
- Klik op het tabblad Adobe PDF-instellingen op de knop Toevoegen naast Adobe PDF-paginaformaat
- Geef het paginaformaat een naam, voeg afmetingen toe en klik vervolgens op de knop Toevoegen/wijzigen
Paginanummers
- Controleer je secties. Om een sectie aparte paginanummering te geven, moet je deze loskoppelen van de vorige sectie. Om secties los te koppelen, ga je naar de werkbalk Koptekst/voettekst
- Stel de standaardprinter voor de conversie in op Adobe PDF. In Word worden de pagina's opnieuw ingedeeld afhankelijk van de standaardprinter
Pagina-einden
- Zoek naar ongewenste pagina-einden. Als de weergave Opmaak weergeven is geselecteerd, kun je pagina-einden zien en verwijderen.
- Controleer de instellingen Alinea/inspringingen en Regelafstand. Zorg ervoor dat de waarden voor Afstand voor en/of Afstand na niet te hoog zijn ingesteld
- Bekijk Alinea/regel en Pagina-einden en controleer de instellingen voor:
- Pagina-einde ervoor. Hiermee worden pagina-einden vóór alinea's ingevoegd
- Bij volgende alinea houden. Hiermee wordt voorkomen dat er pagina-einden tussen de huidige en volgende alinea's komen
- Regels bijeenhouden. Hiermee wordt voorkomen dat er pagina-einden binnen een alinea komen
- Controleer de instellingen Van rand/koptekst of Voettekst. Zorg ervoor dat de waarden niet te hoog zijn ingesteld omdat hiermee wordt bepaald hoe ver in Word de kop- of voettekst van de paginarand wordt geplaatst
Lege pagina's
In Word wordt ervan uitgegaan dat elk vel papier een voor- en achterzijde heeft. Dit betekent dat elke oneven pagina een even pagina heeft. Wanneer je een nieuwe sectie begint, komt die nieuwe sectie in Word op een nieuwe oneven pagina. Als de laatste pagina van een sectie een oneven pagina is of als de pagina-einden worden gemaakt met de optie 'Oneven pagina', wordt deze even pagina in Word niet getoond als nieuwe pagina. In Adobe wordt de 'Even' pagina gezien als lege pagina en wordt deze als zodanig ingevoegd. Ongewenste lege pagina's voorkomen:
- Gebruik de sectie-einden 'Volgende pagina'. Als je nog steeds problemen ondervindt, kun je Sectie-einde > Volgende pagina wijzigen in Sectie-einde > Doorlopend
- Als je spiegelende marges gebruikt, kun je een sectie-einde Even pagina gebruiken
- Harde pagina-einden (Ctrl+Enter) kunnen voor moeilijkheden zorgen in Word. Ze kunnen leiden tot lege pagina's als ze na een pagina-einde worden gebruikt
Regelafstand
Gebruik stijl- en alineaopmaak om regels tekst bijeen te houden. Of controleer de volgende instellingen als je bestand ongewenste regelafstand bevat. Met de instellingen 'Bij volgende alinea houden', 'Regels bijeenhouden' en 'Pagina-einde ervoor' kun je secties bijeenhouden of ongewenste opmaak corrigeren.
Tekstuitlijning
- Selecteer de laatste alinea. Ga op het tabblad Start naar Alinea's > Regel- en pagina-einden > Paginering. Zorg ervoor dat alle selectievakjes zijn uitgeschakeld.
- Schakel op het tabblad Weergeven Navigatievenster in. Selecteer de pagina en ga naar het tabblad Pagina-indeling. Markeer vervolgens de pagina en ga naar Pagina-instelling > Indeling > Pagina > Verticale uitlijning en controleer of er Boven staat en niet Centreren. Als je deze instelling op het hele bestand wilt toepassen, selecteer je alles en controleer je of de instelling Boven is.
Afbeeldingen
- In Word worden afbeeldingen standaard verkleind bij het opslaan. Dit kun je wijzigen door naar Bestand > Opties > Geavanceerd te gaan en het selectievakje 'Afbeeldingen in bestand niet comprimeren' in te schakelen
- Pas het formaat van de afbeelding naar wens aan voordat je deze in het Word-bestand plaatst. Als je het formaat aanpast nadat je de afbeelding hebt geplaatst, wordt hiermee de resolutie verlaagd
- Voeg de afbeeldingen in; gebruik niet slepen en neerzetten. Met slepen en neerzetten wordt de resolutie verlaagd
- Door 'Naar PDF afdrukken' te kiezen in plaats van 'Opslaan als PDF', blijven de afbeeldingen een kwaliteit van 300 ppi (pixels per inch) houden
- Ontbreken er afbeeldingen? Ga naar Bestand > Opties > Weergave > Afdrukopties en controleer de selectievakjes 'Achtergrondkleuren en -afbeeldingen afdrukken' en/of 'Tekeningen afdrukken die in Word zijn gemaakt'
- Ontbreken er nog steeds afbeeldingen? Dit komt vaak door het gebruik van een externe PDF-maker. Probeer een andere maker
Ingesloten lettertypen
Ga in het PDF-bestand naar Bestand > Eigenschappen. Op het tabblad Lettertype wordt een lijst getoond met alle lettertypen in het bestand. Als een lettertype als subset is ingesloten, betekent dit dat alleen de gebruikte tekens in het document zijn ingesloten. Dit kan soms leiden tot lettertypeproblemen, omdat niet alle tekens beschikbaar zijn tijdens het afdrukken.
Sommige lettertypen kunnen niet worden ingesloten als deze zich in een tabel of grafiek bevinden of zijn overgebracht vanuit een ander programma, zoals Excel. Sommige lettertypen kunnen niet worden ingesloten als het lettertypebestand geen commercieel gebruik toestaat.
Sommige lettertypen kunnen niet worden ingesloten als deze zich in een tabel of grafiek bevinden of zijn overgebracht vanuit een ander programma, zoals Excel. Sommige lettertypen kunnen niet worden ingesloten als het lettertypebestand geen commercieel gebruik toestaat.
PDF-formaat
Klik in het PDF-bestand op Bestand > Eigenschappen. Onder in het tabblad Beschrijving vind je het paginaformaat.